Thursday, July 30, 2009

Droogzwemmen in het park en grafschennis

Vanmorgen vroeg ben ik gaan joggen in het nationale park dat zich hier dichtbij bevindt. De eerste hindernis is het oversteken van een drukke verkeersweg. Hinderlijk is dat het niet alleen lang duurt voor het voetgangerslicht op groen springt, maar dat het na een paar tellen alweer op rood staat. Wat het nog vervelender maakt is dat veel automobilisten heel hard komen aanrijden om vaak pas halverwege (!) het zebrapad tot stilstand te komen. Als deze weg is overgestoken kun je gelukkig snel het park inlopen. Een welkome groene oase in het drukke Athene. Het park bestaat uit de voormalige paleistuin van Koningin Amalia uit 1840. In tegenstelling tot het Vondelpark wordt er hier slechts door weinigen gejogd. (Waar zijn de gymnasisten toch gebleven? Ook in het Olympisch stadion treft men geen efeben aan). In het park bevindt zich een dierentuin, een coffeeshop, een botanisch museum, een speeltuin, een kinderbibliotheek, vijvertjes, een fontijn en - zoals ik vandaag heb ontdekt - een groot Romeins zwembad met een schitterende mozaiekvloer met geometrische patronen en afbeeldingen van bloemen en vissen. En dit alles in zo'n goede staat dat het misschien wel weer als zwembad in gebruik zou kunnen worden genomen. Leuk om alle onderdelen te herkennen die je ook nu nog in een modern openluchtzwembad - zoals het Flevoparkbad - tegenkomt: een gedeelte waar je je baantjes kunt trekken, een diep gedeelte en zelfs een pierenbad. Aan de rode wand is aan de verkleuring te zien tot waar het water heeft gestaan. Ook andere elementen uit de oudheid zijn in het park terug te vinden. Her en der liggen nog zuilen, kapitelen en staan er uit grote marmerblokken gehouwen zetels. Ze zien er nogal massief uit, maar ze zijn zo goed gevormd dat het verbazingwekkend comfortabel zit! Het verleden wordt pas tastbaar als je het kunt aanraken. Na een koude douche en een licht ontbijt ben ik klaar voor de ochtendles. 's Middags gaan we naar Kerameikos, een begraafplaats in Athene uit het begin van de 4e eeuw BCE. De achterliggende bedoeling van het bezoek is vooralsnog onduidelijk. Gaan we hun namen noemen om hen voor de tweede dood te bewaren? Zullen mijn medestudenten hen proberen op te wekken, al dan niet met opwekkingsliedjes? Is het niet beter de doden gewoon te laten rusten in vrede? "Ik zoek de rust van een kist, van een dorre houten kist. In een hoekje van het kerkhof waar geen tuinman komt. Waar mijn botten stil verrotten tot de tijd verstomt. Zonder drank en sigaretten. Met wat maden en een mol. Zonder werk om op te letten, etc..." van Jaap Fischer speelt door mijn hoofd.

1 comment:

  1. Zeg wil je je toespelingen mbt opwekkingsliedjes bij je houden? Daar gaan we niet aan beginnen hoor. :)

    ReplyDelete